Eerst een typisch
motel-ontbijt: wat boterhammen, plakje kaas, plakje worst en sap uit de
motelglazen. Er is hier altijd een broodrooster, ook een waterkoker voor thee
en koffie.
De tocht naar het binnenland
levert andere beelden op dan verwacht. Ik rekende op halve woestijnen, in
plaats daarvan glooiende velden voor hooi omzoomd door bomen. De eerste stad na
100 km het binnenland in is Biloela (uitspraak: Bieloeela) en is groot genoeg
voor een Woolworths supermarkt. We hadden er niet op gerekend dat we vanuit dit
gehucht nog 35 km het binnenland in moesten rijden! Het wordt nu inderdaad
steeds eenzamer, de boerderijen minder. Windmolens om water op te pompen,
kaketoes in bonte kleuren. Af en toe een teken dat we op de goede weg zijn.
Dan zien we de boerderij van
Kroombach. Een paar centrale gebouwen voor lunches, ook een aantal bijgebouwen
als slaapvertrekken. Dat hebben wij niet nodig, wij slapen onder de sterren
vannacht. Omdat het winter is, zijn er niet veel gasten. In de zomer zal het
wel druk zijn, maar ook heet, tot 40 graden. Wij hebben eerst een barbecue
lunch, met grote stukken beef. Dat geeft een goede bodem voor de rit in de
middag.
In de auto drogen inmiddels
alle onderbroeken die gewassen zijn voor de tweede helft van de vakantie.
We lopen naar de stal en
krijgen onze paarden toegewezen. Er is een zekere pikorde tussen de paarden en
dat is belangrijk omdat ze anders elkaar sarren. Ik rijd op Chocolate en mag
als eerste opstijgen. Best hoog hoor, op zo’n paard!
We stappen naar een heuvel
waar de geiten gegraasd hebben, en moeten de geiten terugdrijven naar hun stal.
Nou ja, wij sjokken achter de leider aan want onze paarden luisteren eigenlijk
niet naar ons. En langzaamaan voel ik me meer comfortabel op het paard (hoewel
Chocolate echt niet doet wat ik wil).
Als de geiten in de stal
zijn, oefenen we lassowerpen. Het slingeren met een lasso is best stoer, maar
het mikken op de paal met de geitenschedel valt niet mee. Daarna kleiduivenschieten.
Spannend, want behalve eerste luitenant b.d. Paul heeft nog nooit iemand een
geweer in z’n handen gehad (ook niet op een paard gezeten trouwens). Gelukkig
weet Paul er 2 uit de 5 te raken, en Nena 1. De rest mist de kleiduiven helaas.
Dan brengen we onze
lasso-oefeningen in de praktijk. Om de beurt betreden we de arena met de geiten
en proberen een geit met een lasso te vangen. Dan springen we op de geit en
halen de lasso van hun nek. Degene met de kortste tijd wint. Alweer zijn Paul
en Nena het snelste.
Laatste onderdeel van de
rodeo is het vangen van de geiten met blote handen. Als 5 volwassenen door een
hok met 20 geiten rennen, geeft dat een hoop chaos en stof!
We stappen verder naar onze
camp-out, verderop op het landgoed. Als
volleerde jockeys stijgen we af, halen de zadels van de paarden, … Gelukkig is Jonathan,
onze gids, beter in dergelijke zaken dan wij. Hij maakt ook een groot vuur en
warmt onze thee, koffie en stoofpot. Terwijl de nacht valt, worden de sterren
aan de hemel steeds beter zichtbaar. Het wordt langzaamaan kouder, en we gooien
een paar laatste blokken op het vuur voordat we in onze ‘swag’ kruipen, een
slaapzak met waterdichte buitenkant, voor een nacht met uitzicht op de
sterrenhemel op het zuidelijk halfrond.
![]() |
De maan ligt hier op z'n rug |
![]() |
het Zuiderkruis - daarop navigeer je op het zuidelijk halfrond |
![]() |
In de swags |
Nee, ik voel totaal geen jaloezie. Foto's zien er weer goed uit.
BeantwoordenVerwijderenLiefs, Bar.
Het ziet er naar uit dat het paardrijden niet zo verschrikkelijk was als je dacht Nena! Ik hoop wel dat jullie er meer foto's van hebben! Veel plezier verder.
BeantwoordenVerwijderenSpreek je snel weer Nena :)
Groetjes Clara