Een paar uur later scheuren
we dezelfde weg terug naar de steigers voor een tocht over de Yellow Waters.
Het is pas 6 uur en nog pikdonker als we met 110 km/u over de lokale wegen
scheuren. Plotseling duikt in de koplampen een grijs dier op, middenop de weg.
Ik kan ‘m net ontwijken, en met kloppend hart proberen we te beredeneren wat
het geweest kan zijn. Vier poten dus geen kangoeroe; te groot voor een koala of
wombat (en die leven trouwens niet in Kakadu). We houden het op een wild
varken, die zijn hier losgelaten door Europeanen (en woelen de hele aarde
ondersteboven). Iets rustiger komen we bij het vertrekpunt aan, net op tijd
voor de maansondergang (?).
Al snel zien de we eerste
krokodil, de gids herkent ‘m aan de belletjes die boven water komen. Sinds de
salties dit gebied zijn binnengekomen, hebben ze de minder agressieve zoetwaterkrokodillen
verjaagd.
Ongelooflijk veel vogels in
dit wetland. De Jibaru (ooievaar) die sterk genoeg is om een krokodil te
verjagen, fraai gekleurde Kingfishers, visarenden, lepelaars en veel meer. Een
selectie van de vogels hieronder.
Maar eigenlijk komen we hier
voor de krokodillen. Die glijden door het water zonder een rimpeling te
veroorzaken. Degene die veel in zee hebben doorgebracht, hebben meer witte
schubben.
Een heel bijzonder vogeltje
is de ‘Jezus Bird’, zo genoemd omdat het lijkt alsof ze op water kunnen lopen.
Ze staan ook op het logo van de Yellow Waters company. Die naam Yellow Waters
is trouwens een verzinsel van de Europeanen; de Aboriginals noemen deze streek
heel anders!
Na zo vroeg gewekt te zijn,
een groot ontbijt! Eindelijk zoveel eten als je wilt!
De rotstekeningen van Nourlangie
zijn nog fraaier dan van Ubirr. Hier ook het verhaal erbij van de Creation
Ancestors, die hier hun eigen tekeningen hebben achtergelaten en nog steeds
wonen in de rotsen. Heilige plaatsen waar je beter niet kunt komen.
Ook iedere
boom heeft een betekenis en nuttig gebruik: als voedsel, brandstof,
geneesmiddel, fakkel, …
We lopen rond een billabong,
een klein meertje dat overblijft na het natte seizoen en waar al het wildleven
zich concentreert. Geen krokodil gezien! Wel warm, en dit is het koele seizoen.
De hitte moet ondraaglijk zijn hier in de zomer.
We rijden naar ons verblijf
in het stadje Jabiru, dat is gesticht voor de winning van uranium-erts. Een
krappe maar koele cabin, en een zwembad. Daar luieren we de rest van de middag.
’s Avonds een verhaal van de
ranger over rock art, zeer interessant om de verschillende stijlen en
betekenissen van rock art te onderscheiden. Tenslotte sfeervol dineren aan de
rand van het zwembad.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten