Het is een erg groot land (nou: eigenlijk continent). We hebben al meer dan 3.000 km gereden en vandaag de langste rit van meer dan 7 uur. Inderdaad: een gemiddelde van meer dan 80 km/uur zit er niet in. We hebben meer dan 90% van de route afgelegd over de A1 (zo'n beetje Route 66, vanuit het zuiden naar de zonnige oorden voor gepensioneerden zoals Surfers Paradise, en de laid back atmosfeer van Byron Bay or Cairns.
De weg is soms erg druk (vooral rond de steden) en dan weer heel rustig. Maar altijd weer die grote vrachtwagens in je achteruitkijkspiegel. De boetes zijn hier schrikbarend hoog dus iedereen rijdt netjes 100 km/u, maar met 1-2 km verschil voel je je toch aardig opgejaagd als er zo'n enorme kangeroo-bar aan je bumper kleeft.
Verder is een belangrijk deel van de natuur van Australie afhankelijk van een bosbrandje af en toe. Eerder reden we lang een suikerrietplantage die in de fik stond - knetterend en de hitte was in de auto te voelen. Veel bomen en struiken bloeien pas nadat er voor langs is geweest om hun zaden een betere kans te geven op vruchtbare bodem.
Toch is het ook een heel nat land: overal kreekjes (creeks) met de prachtigste namen: dieren (emu creek), bekende mannen maar vooral veel onuitspreekbare aboriginal namen met veel klinkers.
Soms ook grotere rivieren. Enkele staan volledig droog (het is winter tenslotte), andere bevatten veel water. Steeds turen we even naar beneden of we soms een krokodil bespeuren, zelfs nu we weten dat ze eigenlijk altijd in het water liggen te wachten op hun prooi. Kan vandaag zijn, volgende week, volgende maand. Krokodillen hebben geen haast.
In de auto worden inmiddels de e-books verslonden. Het scheelt heel wat gewicht, vooral Nena heeft geen moeite met de lange stukken en heeft nog boeken over voor de volgende 10 vakanties.
Af en toe stoppen we om wat te eten. Altijd weer staan er op de parkeerplaatsen gepensioneerden met een 4WD en een caravan. Je mag hier 20 uur staan, en het uitzicht (snelweg voor de deur?) maakt ze weinig uit.
Wel eentonig is al het suikerriet waar we tussendoor rijden. Al vanaf de rumfabriek in Bundaberg vele dagen geleden, zijn er rietvelden. Overal kruisen smalspoorbaantjes onze weg. Af en toe staan we stil voor een zwaarbeladen trein met reeds gekapte rietstengels, en hier en daar in het landschap de rokende pijpen van de suikerfabrieken.
Zoals al gezegd, de regels in Autralie worden streng gehandhaafd. Al vele flitspalen en mobiele camera's tegengekomen, dus de cruise control bewijst goede diensten. Ook veel waarschuwingen tegen slaperige automobilisten: Drive, Revive, Survive, dat soort taal.
Om de dieren tegemoet te komen (er liggen weer vele dode kangoeroes langs de weg) zijn speciale oversteeknetten gemaakt waar de klimmers als koala's veilig door kunnen oversteken. Geen idee of het werkt. Kangoeroes kunnen niet klimmen.
Dichterbij Cairns verandert het landschap: meer regenwoud, en daar hoort ook een donkere regenlucht bij. Af en toe een plensbui, we hopen morgen op het rif echt een strakblauwe hemel te treffen!
In Cairns heb ik een echt backpackershotel geboekt: NJoy. Lobby met aanpalende keuken, poolbiljart, overal koelkasten waar de backpackers hun eten opslaan. Idee was dat Jim en Mitch alvast een beetje de sfeer van een backpacker-hostel kunnen proeven, voor hun eigen avonturen. Voorlopig gaan ze echter nog met ons mee om een echte croc burger te eten.
Vlees smaakt zoals je weet naar kip met een visachtige struktuur. Daarna nog even de laatste souvenirs kopen. Nena is teleurgesteld - er is hier zelfs een night market waar de souvenirs nog goedkoper zijn dan in de winkeltjes aan de Esplanade!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten