Prima geslapen ondanks de
harde ondergrond. Af en toe een houtblok op het vuur, zodat er ’s ochtends heet
water is. Mitchell hoort een dingo huilen in de verte.
Opstaan met een kom hete
thee. Jonathan is bezig om het ontbijt te maken: cheesy toast, bacon en eieren.
We hebben zelfs een toilet in de bush met stromend water! Wel zelf je emmertje
vullen, en probeer je broek maar eens omhoog te trekken met een zaklamp onder
je kin geklemd. Niks laten vallen!
Om 7 uur stijgen we weer op.
We maken nog een tocht van drie uur over het landgoed, zien een paar
kangoeroes, horen de ‘laughing cookaboorah’ en dalen als volleerde cowboys van
een steile heuvel af. De paarden doen intussen wat ze willen: het paard van
Nena (Lucy) loopt dwars door de struiken en Nena roep maar ‘ho!’. Gefrustreerd
slaat ze de bladeren van zich af.
Terug op het station neemt
Fia een douche, de rest stapt gewoon stinkend naar paard en vuur en angstzweet
in de auto. De was is trouwens goed gedroogd.
We rijden in 2 uur naar
Rockhampton, de ‘Beef Capital’. In 1890 werd er in de buurt goud ontdekt, en
het stadje Mount Morgan werd dus een goldrush town. Nu staan er nog typische
huizen uit deze streek, veel open veranda’s en op palen zodat er wind onderdoor
kan circuleren. Er is ook nog een originele hangbrug om over de kreek te kunnen
komen.
We lunchen aan het meertje.
Jim ziet eindelijk weer wat toestellen om de spierballen te trainen. In zijn
enthousiasme laat hij zijn telefoon op de picknicktafel liggen. Dus die ligt
daar nog steeds als we naar Rockhampton verder rijden.
Rockhampton is een bijzondere
plaats. Heel brede straten in een vierkant patroon. Een mooie rivieroever maar
helemaal uitgestorven. Zelfs in het winkelcentrum geen beweging: na 13 uur is
alles op zaterdag gesloten. Het Heritage Hotel ziet er prachtig uit. Als ik bij
aankomst moet tekenen dat ik weet dat er ‘very loud music’ wordt gespeeld, blijkt dat we middenin het
uitgaanscentrum van de streek terecht zijn gekomen. Het hotel is eigenlijk
alleen bedoeld om je roes uit te kunnen slapen als je niet meer naar huis kunt
rijden. De licentie is geldig tot 5 uur ’s ochtends!
Inmiddels is Jim erachter
gekomen dat hij zijn telefoon heeft laten liggen. Terug dus naar Mount Morgan.
Niet meer op de picknick-tafel, en dus op zoek naar het politiebureau. Tot Jim’s
opluchting, en mijn verbazing, heeft een lokale jogger de telefoon ingeleverd.
Mazzelaar …
We vieren de goede afloop met
een steak (beef capital) in de ‘Great Western Hotel’, beroemd als enig hotel in
de wereld met een eigen rodeo-arena! Helaas geen show vandaag (gisteren waren
de oefenwedstrijden van de lokale jeugd; volgende maand treedt Acca Dacca op,
tribute band van AC/DC), maar wel grote stukken vlees. Aan de muur foto’s van legendarische
rodeosterren en op de televisie live rodeo.
In het hotel begint de jeugd
warm te lopen voor een lange nacht. Ik slaap naast de Beer Garden (maar die is
in de winter dicht gelukkig!) en wordt alleen om 5 uur wakker als de tent
sluit, en de jongelui nog even staan te schreeuwen in de gang.
Zo herkenbaar, dit soort paarden doen altijd wat zij willen. De laatste keer dat ik op een paard zat, in Alaska, had ik een heel bos achter me hangen omdat mijn paard dwars door iedere boom ging. En alsof dat nog niet genoeg was trapte mijn tegen het paard achter mij. Dat sloeg daardoor op hol. Vraag mij nog steeds af waarom ik zonodig die dag op dat paard moest. Maar de tocht was prachtig. Zo te lezen bij jullie ook.
BeantwoordenVerwijderenGeniet er nog maar van zo lang het nog duurt.
Liefs, Bar.